
Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004
Artikel 12
1
De voorzitter, de leden en de secretaris wordt in ieder geval ontslag verleend met ingang van de eerste dag van de maand volgende op die waarin zij de leeftijd van zeventig jaren hebben bereikt. Zij kunnen op eigen verzoek tussentijds worden ontslagen.
2
De voorzitter, de leden en de secretaris kunnen worden ontslagen op de gronden aangegeven in de artikelen 46c, tweede lid, 46d, tweede lid, 46l, eerste en derde lid, en 46m van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren en indien zij wegens ziekte ongeschikt zijn voor hun taak, mits de ongeschiktheid twee jaar onafgebroken heeft geduurd en herstel binnen zes maanden na de termijn van twee jaar redelijkerwijs niet is te verwachten.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.